HOMMAGE AAN DE KUNSTENAAR JETHRO VOLDERS (1974-2005)
15.04.2005 – 28.05.2005, C.I.A.P. Galerie, Hasselt (B)
Jethro Volders mocht een tentoonstelling doen bij de Hasseltse kunstvereniging C.I.A.P. Wie Jethro een beetje kent, zal niet verbaasd zijn over het feit dat hij weliswaar de ernst van zo’n show wel inzag maar twee weken voor de deadline nog steeds niet wist wat hij in feite zou tonen. Dus belde hij me om daarover te brainstormen.
Nu had hij toch een plan, maar wist niet of en hoe dit realiseerbaar was. Hij wilde met name zijn eigen dood ensceneren. Ondanks het feit dat er in de loop van de geschiedenis nog al mensen dit hadden gedaan – om artistieke of om andere redenen – zag ik er wel wat in, simpelweg omdat het volledig in de lijn van Jethro’s oeuvre lag. Al zijn voorgaande werk ging immers op de een of andere manier over mislukken en verliezen. De dood veronderstelt natuurlijk een verlies en het is als het ware de ultieme mislukking ten opzichte van het leven.
Daarover had hij in een interview dat ik in 2003 met hem deed al gezegd: “Het is toch het moment van de waarheid! Iedereen zoekt zijn plaats in deze wereld; ik ben beginnen na te denken over de dingen aan mezelf die ik het meest uniek vind en over datgene dat mij onderscheidt van andere mensen. Ik vind dat alles wat ik misdoe, datgene is dat niemand kan imiteren. Daar bestaan geen parameters voor. Dus als je bijvoorbeeld het wereldrecord hardlopen wil verbeteren dan weet je hoe je dat moet doen: dan kan je iemand voor ogen houden die dat voor jou heeft gedaan en wat nog allemaal. Maar al het negatieve daarvan, het verliezen en zo, daar heb je natuurlijk geen houvast aan. Dat lijkt mij veel interessanter. Zo kom je dan ook stilletjes aan je gebreken, al je mislukkingen, … die je leven meer vormgeven dan al datgene waar je in slaagt. ”
Uiteindelijk was het plan simpel maar geniaal: er zou een overlijdensbericht worden geplaatst in Het Belang Van Limburg, een krant die overigens vooral omwille van dit specifieke soort annonces wordt gelezen. Verder zou ik in de korte tijd die restte een hommagetentoonstelling organiseren. De soloshow met kunst van Volders werd zodoende een groepsexpo met werken over en/ of opgedragen aan Volders.
Gedurende de aanloop naar het project kampeerde ik dus bij Volders in Berchem; beiden leefden we van fastfood, goedkoop bier, rauwe rock ‘n’ rollmuziek en groot jolijt. Ondertussen contacteerden we vrienden en collega’s. Gelukkig was de bereidwilligheid groot en er werd zelfs voor de gelegenheid nog nieuw werk gecreëerd. Uiteindelijk verzamelden we stukken van maar liefst elf kunstenaars.
Het moet gezegd dat het bestuur van C.I.A.P. op zijn zachtst gezegd wat twijfels had over onze opzet. Temeer omdat een andere, slimme zet van Volders hen niet geheel aanstond. Wie tentoonstelt bij deze vereniging, dient immers een editie te maken en af te staan; een concept dat afstamt uit de tijd dat de doelstelling van de organisatie was om te ijveren voor een Limburgs hedendaags kunstmuseum. De collectie edities zou dan bij de realisatie ervan worden afgestaan. De editie van Volders was niet meer en niet minder dan de krant waarin zijn – vals – doodsbericht verscheen: de oplage van dit kunstobject was dus groot en bijzonder democratisch. Dat hadden sommigen bij C.I.A.P. toch graag anders gezien…
Na de effectieve publicatie van de bewuste annonce dachten we rustig te kunnen afwachten. In de mate van het mogelijke zou Jethro even onder de radar blijven, hoewel dit niet vanzelfsprekend was aangezien hij tevens gitarist was bij de rockband El Guapo Stuntteam en hij nog moest spelen in Nijmegen, Nederland. Nu was onze advertentie al wat opgevallen bij de redactie van Het Belang Van Limburg en blijkbaar was een journalist van de krant aanwezig geweest bij het voornoemde optreden. Dus plots kregen we telefoon en kwam de vraag wat er allemaal van aan was.
Ik deed in dat gesprek met die journalist een vage uitleg en een dag later stond de stunt op de voorpagina van het dagblad met bijkomend nog bijna een volledige pagina in de cultuurrubriek. Tja, toen was het hek van de dam want ook andere media pikten het verhaal op. Voor we het goed beseften, waren Patricia Ghijsens – Jethro’s toenmalige vriendin – en ikzelf interviews aan het afleggen met Radio 1, Radio 2, Studio Brussel, Het Laatste Nieuws, TV Limburg en nog wat media.
Het maakte van de tentoonstelling een groter succes dan verhoopt. Op de opening was behoorlijk wat volk, behalve uiteraard Volders zelf die nog ergens dood aan het wezen was.
Patricia Ghijsens toonde mooie tekeningen, er was een schilderij van Jethro’s vader Franq Volders – zelf kunstenaar -, een bijzonder fraai tableau van studiegenote Ruth Van Haren Noman, een werkje van Ives Maes, een sculptuur opgebouwd uit speelkaarten van Joseph Jessen, een provocerende fotocollage van Barry Camps, een kleine installatie met een gedicht en wat attributen van Filip Van Dingenen dat refereerde aan de periode waarin hij met Volders samenwerkte als het duo Billy Bluebird en King Fatso, er hingen uit glas gesneden geweren van Marc Claes, Tom Vansant maakte een schildering op het vitrineraam van de galerie, er was een werk van Volders’ oudleraar aan de kunsthogeschool Jan Carlier en zelfs een schitterende, nieuwe collage van de Zweedse Camilla Rosberg dat net op tijd met de post was aangekomen…