Gisteren opende in de ruimte voor beeldende kunst Lokaal01 te Antwerpen een groepstentoonstelling die ik samenstelde voor de organisaties Sensoa en LUNA, waarvoor tien kunstenaars een artistieke commentaar geven op de veertigste verjaardag van de legalisering van de verkoop van en educatie over voorbehoedsmiddelen in België. De deelnemende kunstenaars zijn Barry Camps, Alexandra Crouwers, Pieterjan Ginckels, Thierry Mortier, Tinka Pittoors, Lieven Segers, Nathalie Vanheule, Anne-Mie Van Kerckhoven, Lotte Veuchelen en Colin Waeghe.
Enkele foto’s van de tentoonstelling zijn hier te bekijken [Images can be found here]. Hieronder vind je bovendien de integrale zaaltekst die bij de expositie hoort:
———————–
Veertig jaar geleden werd de verkoop en de promotie van anticonceptiemiddelen in ons land gedecriminaliseerd. Omwille van pronatale redenen maar ook ter bescherming van het kerngezin en om de losbandigheid van de jeugd en van vrouwen tegen te gaan, werd immers in 1923 een passage daartoe bijgeschreven bij artikel 383 (Hoofdstuk VII, over “de openbare schennis van de goede zeden”) van het Belgische Strafwetboek.
Het gaat in dat stuk over “abortieve en anticonceptionele informatie en middelen”:
“Met dezelfde straffen wordt gestraft:
Hij die voorwerpen, bijzonder bestemd om zwangerschap te voorkomen, uitstalt of verspreidt ofwel reclame maakt om den verkoop daarvan te bevorderen.
[…]
Met dezelfde straffen wordt gestraft:
Hij die, uit winstbejag, een andermans driften voldoet door het uitstallen, verkoopen of verspreiden van gedrukte of niet gedrukte stukken, waarin eenig middel tot voorkoming van zwangerschap wordt bekendgemaakt, door het aanprijzen van het gebruik daarvan of door het verstrekken van inlichtingen omtrent de wijze, waarop het wordt verkregen of gebruikt;
Hij die, met het oog op den handel of op de verspreiding, de bij het vorig lid bedoelde geschriften vervaardigt, doet vervaardigen, doet invoeren, doet vervoeren, aan een vervoer- of verspreidingsagent overhandigt, door eenig publiciteitsmiddel aankondigt.”
Door de wet van 6 juli 1973 werden deze onderdelen geschrapt en werd het mogelijk om voorbehoedsmiddelen aan te prijzen en tevens te verkopen. Een half jaar later zou de wet nog een toevoeging krijgen die de Minister van Volksgezondheid, Leefmilieu en Gezin toelaat om subsidiëring te verstrekken voor voorlichtingscampagnes inzake anticonceptie.
Uiteraard gaat het gebruik van voorbehoedsmiddelen terug tot ver in de oudheid. In het Vlaanderen van de twintigste eeuw werden vòòr de introductie van de anticonceptiepil aan het begin van de jaren 1960 vooral de kalendermethode en de temperatuurmethode, de coïtus interruptus of enkele barrièremethodes als het condoom of het pessarium toegepast. Enkel de twee eerstgenoemde werden door de Kerk toegestaan als familieplanning.
Hoewel de eerste brokken van dat instituut vielen – de ontkerkelijking was in de jaren 1960 stilaan op gang gekomen –, had de Kerk nog altijd een aanzienlijke invloed op het dagdagelijkse leven. Dat maakte dat in de decennia vòòr de bewuste wetshervorming de Staat en de wet alsook de Kerk nauw toekeken en invloed uitoefenden op wat er in de Vlaamse slaapkamers gebeurde. Wanneer de anticonceptiepil werd ontdekt en op punt gesteld door de Turnhoutse gynaecoloog Ferdinand Peeters, moest deze in de eerste plaats dienen om zogenaamd onregelmatige en pijnlijke maandstonden tegen te gaan.
Het kwam er op neer dat koppels – en vooral vrouwen – veelvuldig werden geconfronteerd met haast schrijnende situaties. Het “zingen voor de Kerk uit” was gestoeld op de goodwill van de man en op “goed geluk”, de kalendermethode was zeker niet helemaal sluitend, condooms waren in de handel verkrijgbaar maar de sociale drempel om ze in huis te halen was groot en wanneer de pil op de markt kwam, was men overgeleverd aan artsen die deze effectief wilden voorschrijven. Bovendien woog het vele baren door op de gezondheid en levenskwaliteit van heel wat vrouwen. De cijfers van de moedersterfte lagen hoog en een groot aantal vrouwen zocht hun toevlucht tot een bijzonder onveilig uitgevoerde abortus – ofwel probeerden zij het zelf ofwel deden ze beroep op een zogenaamde engeltjesmaakster.
Het was dus omwille van die redenen niet onlogisch dat de vrouwenbeweging eind jaren 1960, begin jaren 1970 anticonceptie als speerpunt inzetten. Daarenboven was de sociale situatie van vrouwen reeds danig veranderd: velen van hen kozen ervoor om te gaan werken – de levensstandaard maar ook de economische crisis noopten hen daar ook enigszins toe – of om te gaan studeren. Ook was er sprake van een seksuele revolutie; hoewel de gevolgen daarvan in Vlaanderen nog erg binnen de perken bleven, kan gesteld worden dat er stilaan makkelijker over seks durfde gepraat worden. En precies omdat vrouwen zich steeds meer gingen roeren, kwamen thema’s rond seksuele gezondheid ook op de politieke agenda. De socialist Willy Callewaert had in 1970 al een voorstel tot legalisatie van abortus ingediend maar daarvoor was toen geen meerderheid.
Belangrijk was de rol van de op dat moment grootste partij van Vlaanderen: de CVP. In een sterk verzuilde maatschappij liet de ontkerkelijking zich tevens voelen bij de christendemocratische partij: wie zich vragen stelde bij de Kerk, deed dat ook over haar waarden en over de politieke beweging die haar vertegenwoordigde. Om de katholieke ideologie wederom te verstevigen, zette de CVP dan ook standvastig in op enkele typische, levensbeschouwelijke thema’s met als voorvechter de toenmalige voorzitter van jong-CVP (en recent overleden) Wilfried Martens. Dit verklaart het onverzettelijke standpunt omtrent abortus dat tot zelfs na de depenalisering van abortus in 1990 werd aangehouden.
Toch had de partij in datzelfde jaar 1970 een kleine toegeving moeten doen door Centra voor Gezinsplanning en Seksuele Opvoeding (CGSO’s) te erkennen en te financieren. Er waren toen twee van dergelijke centra, in Antwerpen en Gent. Ze waren ontstaan uit de reeds in 1955 opgerichte Belgische Vereniging voor Seksuele Voorlichting (BVSV), overigens mede door de eerder genoemde Callewaert. Hun werking bestond uit het geven van voorlichting en uit lobbywerk omtrent seksuele gezondheid en lag lang net op of net over de grens van de illegaliteit. Voor veel impact had de organisatie echter nog niet kunnen zorgen en de erkenning werd door de christendemocraten weggemoffeld onder een politiek jargon maar ook effectief beknot door bijhorende regeltjes. Toch zette de overkoepelende organisatie hun activiteiten gedurig verder. Ter anekdote: hun logo werd ontworpen door Paul Ibou en behoort momenteel tot de collectie van de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België.
En dan wordt het 1973: een verkiezingsjaar in volle oliecrisis. De zesde regering van CVP’er Gaston Eyskens stond onder druk. In januari kwam het bericht dat de Naamse arts Willy Peers was aangehouden op verdenking van het uitvoeren van abortussen. Nochtans was abortus nooit een prioriteit geweest voor parketten en politie, wat voor een soort gedoogbeleid zorgde. Peers was echter een symbool, een humanist die niet ophield publiekelijk te spreken over pijnloos bevallen, geboortebeperking en abortus. Er werd dus snel gefluisterd dat hij werd opgepakt om de militante CVP-basis te overtuigen van de kordaatheid van Staat en Justitie. Het bracht evenwel geen zoden aan de dijk: er werd in verschillende steden massaal gemobiliseerd en betoogd ten gunste van de minzame dokter en Peers werd ultiem zelfs zonder proces weer vrijgelaten. Eyskens werd bovendien niet herverkozen.
Een nieuwe regering, onder leiding van de Waalse socialist Edmond Liburton, was zich bewust van het feit dat ook in de omringde landen een gelijkaardig debat over abortus en over seksuele gezondheid woedde. In Frankrijk was twee jaar eerder in Le Nouvelle Observateur het befaamde ‘Manifeste des 343’ verschenen waarin driehonderd drieënveertig bekende Franse vrouwen openlijk stelden dat zij ooit voor abortus hadden gekozen. In de Verenigde Staten maakte het proces Roe versus Wade zwangerschapsafbreking legaal.
Het was echter duidelijk dat ons land nog niet klaar was voor zo’n beslissing – temeer omdat ook de christendemocraten vertegenwoordigd waren in de regering Liburton. Het thema werd dan maar verwezen naar een pas opgerichte ethische commissie. Wel werden de bewuste passages in artikel 383 die de verkoop van en de reclame voor anticonceptie verbood, geschrapt. Daarmee werd toch een tegemoetkoming gedaan naar de vrouwenbewegingen. Het effect was na enkele jaren zeer duidelijk: zo begonnen Vlaamse vrouwen in groten getale met het nemen van de pil zodat zij een grotere vorm van maatschappelijke vrijheid kregen. Ondertussen werden ook alternatieve en ook betrouwbare vormen van anticonceptie ontwikkeld en is de bekendheid hiervan relatief goed te noemen.
Voor velen is het haast ondenkbaar dat deze legalisering in België toch zolang heeft moeten duren. Het gaat immers om een gegeven dat niet alleen voor de vrouw beduidend is maar voor een maatschappij in haar totaliteit. Dat is de reden waarom Sensoa – het Vlaams Expertisecentrum voor Seksuele Gezondheid – samen met LUNA vzw – de overkoepelende vereniging van vijf Nederlandstalige Abortuscentra –de veertigste verjaardag ervan graag onder de aandacht wensten te brengen.
Beide organisaties wilden daarbij niet enkel aandacht hebben voor de geschiedkundige feiten. Vandaar dat werd besloten om aan een aantal kunstenaars te vragen om een werk te creëren of in leen te geven rond dit thema om hiermee een kleinschalige tentoonstelling te organiseren. Er werd daarvoor gerekend op het engagement, enthousiasme en sociaal bewustzijn van de kunstenaars om te participeren met een kunstwerk dat mogelijks wat apart staat van hun oeuvre. Op die manier geven zij dus, elk op een hun passende manier, een eigentijdse, artistieke reflectie. Door de verschillende benaderingswijzen werd uiteindelijk een veelzijdig geheel bekomen.
Barry Camps verkende de wereld van adult community websites en trad daar in contact met zogenaamde swingers. Hij vroeg honderden van hen naar hun houding tegenover condoomgebruik waaruit een intensieve correspondentie volgde. Opmerkelijk was dat condooms, die niet alleen kunnen dienen als voorbehoedsmiddel maar tevens als bescherming tegen seksueel overdraagbare aandoeningen, allerminst populair bleken te zijn binnen deze gemeenschappen die nochtans hun bestaansrecht halen uit seksuele contacten. Enkele leden toonden zich bereid om te tonen dat ze net wel achter het aanwenden van rubbertjes staan door in vol ornaat te poseren met de tekst ‘I use condoms’ mee in beeld. Camps gaf deze collectie van private foto’s een wel erg publieke toepassing als postkaarten in een kaartenrek.
Alexandra Crouwers is vertegenwoordigd met een film waarin zij een serie beelden plaatste op de stem van de Brusselse auteur, dichter en performancekunstenaar Antoine Boute. Dit literair enfant terrible doet in ‘Psychopathische Polar’ (in het sappig Nederlands) een hoogst surreëel misdaadverhaal uit de doeken. In de vertelling laat het hoofdpersonage op bizarre wijze een kind op de wereld zetten om daarna een systeem van onophoudelijke reproductie onderneemt dat hem tenslotte dreigt te vernietigen. Crouwers selecteerde daarbij een grote verscheidenheid aan visuele fragmenten om tot een bevreemdende sfeer te komen, in lijn met haar dikwijls als gothic bestempelde stijl. Anticonceptie linkt ze aan escalerende artistieke (pro)creatie die de schepper doet ten onder gaan – analoog met de stijgende bevolkingsaangroei die op termijn wel eens nefast zou kunnen zijn voor onze wereld.
Pieterjan Ginckels staat genoegzaam bekend als ontwerper van ruimtelijke installaties en participatorische, naar performance neigende projecten. De interactie tussen mensen in een bepaalde sociale groep of de socialisatie door zaken als een muziek- of sportcultuur, bepaalde objecten of systemen of door architectuur. Hier toont hij evenwel een reeks tekeningen uit de beginperiode van zijn artistieke loopbaan waarin hij een onmiskenbaar verband zag met het onderwerp van de tentoonstelling. Hij creëerde de serie als student architectuur en prille kunstenaar en nam – aangezet door persoonlijke ervaringen – de sociale constellatie van het gezin als vertrekpunt. De personages in de afbeeldingen geven blijk van het uiteenvallen van de familiestructuur. Daarmee wilde hij raken aan de normen, voorwaarden en opties die voorhanden moeten zijn om een gezin volwaardig te doen functioneren.
Thierry Mortier realiseerde op zijn beurt drie nieuwe sculpturen (en een kleine editie) die rechtstreeks refereren naar de thematiek van de tentoonstelling. Opvallend is ‘L’ Origine de l’ État-Providence’: op een fallische sokkel werd een hoge stolp geplaatst waaronder een kleine reproductie van Gustave Courbets beruchte ‘L’ Origine du Monde’ prijkt. De beeltenis van de vrouwelijke schaamstreek werd echter voorzien van een treffend geplaatst spiraaltje. In ‘And Then What?’ integreerde hij een kenmerkend element uit zijn oeuvre: een druk patroon van zwarte stempels op een witte achtergrond – in dit geval een handdoek hangend aan een ouderwets badkamerrek. Het erg dicht gestempelde motief is dat van kinderfiguren. Op het rek ligt tevens een blok Sunlight zeep – tijden geleden gebruikt als abortief middel – alsook handwerkgerei dat verwijst naar het inzetten van breinaalden bij het radeloos trachten te aborteren zoals dat geregeld gebeurde in het verleden.
Tinka Pittoors installeerde dan weer een kleine sculptuur aan het plafond. Een kronkelende en woekerende vorm in een haast luminiscerend, licht coloriet hangt over de ruimte. Op één van de armen ervan rust een klein vogeltje, onmiddellijk associaties opwekkend van een dichte takkenbos of misschien een kooi. De pseudonatuurlijke opbouw alsook het gevonden decoratiestuk dat het vogeltje is, zijn kenmerkend voor Pittoors’ oeuvre. Verder toont ze nog een recent schilderij; hoewel velen haar kennen als installatiekunstenaar en van haar beelden, keert zij sedert geruime tijd vaak terug naar de schilderkunst, waarin zij als eerste is opgeleid.
In het oeuvre van Lieven Segers heeft taal steeds een belangrijke functie gekregen. Het gaat om evocatieve flarden die het beeldend element treffend meer kracht geven. Dikwijls hebben de tekstfragmenten een humoristisch tintje, maar dan steevast met een weemoedige, ietwat donkere kant. Het is de rand tussen deze twee affecten die Segers graag opzoekt, ook bijvoorbeeld in zelfgeorganiseerde tentoonstellingen. ‘ITWASNTME / ITWASME’ is een uitbundig gekleurd paneel waaruit die houding duidelijk spreekt; de tekst van de titel wordt een aantal maal in zijn ondertussen welgekende typografie in viltstift herhaald en zou kunnen verwijzen naar de twijfel en paniek die mannen kan overvallen bij het bericht van een zwangerschap en het gevecht tussen bevestiging en ontkenning die daardoor mogelijk ontstaat. Een confrontatie dus met een claim op vaderschap.
Nathalie Vanheule creëerde onder meer het nieuwe beeld ‘Perfect Kids’, dat net als haar grote potloodtekening ‘Only Free Birds Have Eyes’ in de kern iets zegt over vrijgevochtenheid. Ze zet, net als in de rest van haar oeuvre, een arsenaal aan metaforen. In de voornoemde tekening zouden de vogels als verzinnebeelding van ongebondenheid kunnen worden beschouwd die schijnbaar strijden met beklemmende handen en armen als toonbeeld van vrijheidsbeknotting. Met de sculptuur ‘Perfect Kids’ gaat ze dan weer in op de verwachtingen en projecties die de maatschappij veelal ongegrond genereert ten opzichte van kinderen alsook omtrent het ouderlijke takenpakket.
Het oudste werk op de tentoonstelling dateert van 1976, drie jaar na bewuste wetsaanpassing, en is van de hand van Anne-Mie Van Kerckhoven. Meer nog: het gaat om een stuk dat stamt uit het prilste begin van haar carrière. Revolterend tegen mistoestanden in de maatschappij en vastgeroeste denkbeelden maakte ze toen een set van zeven grafieken, elk een vorm van stripverhaal weergevend. Ieder blad is een aanklacht en het eerste in de reeks, ‘Een Nieuwe; Slechts als er Eén Afvalt…’, handelt expliciet over geboortebeperking. Van Kerckhoven geeft zelf aan dat ze dit onderwerp opnam in de reeks onder invloed van het toen heersende abortusdebat. Naar eigen zeggen nam ze in die periode ook deel aan manifestaties voor de legalisatie van abortus, daartoe aangezet door enkele docenten aan de Antwerpse Academie.
Lotte Veuchelen vertrekt voor haar fotografisch werk vanuit toevallige vondsten en treffende tranches de vie. Daarbij is voor haar de framing uitermate belangrijk: door het weldoordachte fotografische kader dat ze kiest, krijgen in haar composities delen van de werkelijkheid meer betekenis. Voorts keren rechte vlakken veelvuldig terug. Voor haar werken in deze tentoonstelling bezocht ze een abortuscentrum en zoemde in op het didactische materiaal over anticonceptie. Hoewel het toeval waarvan zij doorgaans uitgaat hier enigszins aan banden werd gelegd, was er geen nood aan een schikking van objecten. Haar analoge weergaves geven desondanks de schijn van een rigide beeldschikking zonder daarbij klinisch te worden.
In het verleden maakte Colin Waeghe al een aantal schilderijen van bekende historische personages. Sedert geruime tijd focust hij op figuren die een onloochenbaar belang hebben gehad voor de geschiedenis maar toch stilaan lijken vergeten te worden. Dat manifesteert zich dan ook vormelijk: het portret wordt uit elkaar getrokken en gemanipuleerd en lijkt aldus te vervagen. Of net tevoorschijn te komen. Die eigenschap wendde hij ook aan voor het schilderij in deze expositie, een beeltenis van Emilie Claeys. Deze vrouw was als alleenstaande arbeidster met twee kinderen aan de wisseling van de negentiende naar de twintigste eeuw een voorvechtster van het stemrecht voor vrouwen, zelfbeschikkingsrecht en anticonceptie. Daarnaast was ze mederedactrice van het progressieve blad De Vrouw dat door de Kerk in de ban werd gedaan. Waeghe schilderde haar met erg losse toetsen op een oneffen onderlaag waardoor een vibrerend effect wordt gegenereerd. Zowel het paarse kleurenpalet als de houding van Claeys zijn een referentie naar de pausportretten van Velàzquez en, later, Bacon.
Tom Nys, 2013
Locatie: Lokaal 01, Provinciestraat 287, 2018 Antwerpen.
Vernissage: donderdag 24 oktober 2013 om 20u00.
Duur: tot en met 9 november 2013
Openingstijden: van dinsdag t.e.m. zondag van 13u00 tot 18u00.
Een initiatief van Sensoa (www.sensoa.be) en LUNA (www.abortus.be).